“Ik ben op de badkamer!”, riep ik terug. “Nee, je bent in de badkamer. Je staat immers niet op het dak”, antwoordde mijn vriendin die ook het een en ander van taal weet. “Ja,” was mijn weerwoord, “maar jij speelt ook op de Xbox, en daar sta je ook niet letterlijk op." "Vanmiddag zei je nog dat je in de schuur was." Zo ging ons gesprek nog even door. Bij mijn ouders thuis zeiden we altijd ‘op de badkamer’. Maar toegegeven, ik vind zowel in als op logisch klinken. En dus is de vraag: wanneer schrijf je in of op?
Het verschil tussen ‘in’ en ‘op’ is blijkbaar heel subtiel. In sommige gevallen heeft ‘in’ een duidelijke voorkeur, in andere gevallen schrijf je beter ‘op’. En in veel gevallen klinken beide goed. Wat het nog wat lastiger maakt is dat het Vlaams andere voorkeuren kent. ‘In de bus’ is standaardtaal in ons hele taalgebied, ‘op de bus’ is standaard voor België. Overigens stappen we in Nederland wel op de trein.
Het voorzetsel Op
De voorzetsels ‘op’ en ‘in’ kunnen beide een ruimtelijke relatie uitdrukken. Daar hebben we het in dit geval over. Je moet ‘op’ dan ook in deze context niet letterlijk nemen in de zin van iets dat zich boven iets anders bevindt. Deze voorbeelden maken wel duidelijk wat ik bedoel:
- Ik sta op straat
- Ik ben op kantoor
Als ik op straat sta dan wil dat niet zeggen dat ik letterlijk op de straat sta, maar dat ik ontslagen ben. En tenzij ik dakdekker ben, ben ik aan het werk binnen in het kantoor. De betekenis van ‘op’ lijkt in bovenstaande gevallen sterk op die van het voorzetsel ‘in’. In idiomatische combinaties waarin het lidwoord ontbreekt, kan ‘op’ echter niet zonder meer vervangen worden door ‘in’. Heb je een beetje taalgevoel, dan voel je aan dat dit niet klopt. De voorzetsels 'in' en 'op' zijn in dit geval niet uitwisselbaar.
Het voorzetsel In
Het voorzetsel ‘in’ wordt doorgaans (maar niet altijd) gebruikt in combinatie met een afgesloten ruimte: “Welkom in onze winkel”. Maar dan weer niet als “Ik ben in kantoor”. Er speelt dus iets meer dan alleen een afgesloten ruimte. Waar zit dat verschil?
Verschil tussen op en in
Soms zijn beide voorzetsels inwisselbaar. In dat geval staat er een aanwijzend of bezittelijk voornaamwoord of een lidwoord tussen ‘in’ of ‘op’ en het zelfstandig naamwoord. Begrijp je het nog? Snel een voorbeeld:
- op/in de basisschool
- op/in de fotostudio
- op/in het ziekenhuis
- op/in het zwembad
Waar zit nu dit subtiele verschil waardoor de ene combinatie beter klinkt dan de andere? Mag je in het bovenstaande geval ‘op’ en ‘in’ zomaar wisselen? Ja dat mag. Beiden zijn dus grammaticaal juist. Echter, ‘in’ benadrukt meer de locatie van het woord, terwijl ‘op’ meer duidt op de functie van het gebouw of plek. Op het ziekenhuis wijst naar de functie van het ziekenhuis (als plek om mensen gezond te maken of als werkgever):
- Ik moet op het ziekenhuis zijn voor controle.
- Ik werk op het ziekenhuis.
- Er is een tekort aan bedden in het ziekenhuis.
Op en in bij landen en eilanden
Bij namen van eilanden en eilandengroepen is ‘op’ gangbaar. Denk aan het volgende ezelsbruggetje: de schrijfwijze komt overeen met het woord ‘eiland’ zelf: Je spoelt aan op een onbewoond eiland. En daarom ook:
- Toen de boot omsloeg, spoelde ik aan op Texel.
- We hebben een vakantiehuisje op de Antillen.
Natuurlijk is hierop een uitzondering. In enkele gevallen is ‘in’ ook toegestaan. Als de naam van een eiland of eilandengroep ook de staatkundige naam van een land is, is ook ‘in’ toegestaan. De keuze tussen ‘in’ en ‘op’ is dan afhankelijk van de context, waarbij je de volgende volgorde aanhoudt:
- Als de naam van het land een meervoudsvorm is en naar een groep eilanden verwijst, schrijven we meestal ‘op’: "Ik woon op de Filipijnen".
- Bij een eilandengroep die een naam heeft die niet meervoudig is, is alleen ‘in’ juist: "Ik ben op vakantie in Indonesië".
- Schrijf je over het geografische aspect van het eiland, dan ligt ‘op’ meer voor de hand: "Op Ijsland zijn veel vulkanen" en "Ik woon op Cuba".
- Schrijf je iets over de het staatkundige (politieke, economische, maatschappelijke) aspect van het eiland, dan mag je ook ‘in’ schrijven: "De digitalisering grijpt in Cuba snel om zich heen" maar ook "In de Filipijnen heerst veel armoede".
Om nog even terug te komen op mijn badkamer-discussie: zowel ‘op’ als ‘in’ zijn in dit geval juist. Het hangt af van de context: leg je de nadruk op de functie van de ruimte of op de ruimte zelf (en mijn Xbox-voorbeeld sloeg nergens op, dat heeft niets met een ruimte te maken).
Net zoiets met:
– ik zit voor de TV
– ik zit achter de computer
Maar in beide gevallen zit je op dezelfde plek t.o.v. het beeldscherm