Afgelopen jaar werden er 170 miljoen kerstkaarten met vrolijke gelukswensen verstuurd. Helaas word ik van het taalgebruik niet altijd even vrolijk. Wil jij goed voor de dag komen met je kerstkaart, mailing of kerstpakket? Zorg dan in ieder geval dat je tekst goed geschreven is.
Welke schrijffouten kun je maken op je kerstkaart? Ik zet de meest voorkomende schrijffouten op een rij. In Nederland kennen we twee verzamelingen spellingsregels: het Witte Boekje en het Groene Boekje. Deze laatste bevat de officiële spelling volgens de Nederlandse Spellingwet. Het Witte Boekje bevat alternatieve spellingsregels die iets dichter bij de mensen staan. Het Witte Boekje is uitgegeven door het Genootschap Onze Taal en wordt gebruikt door kranten en andere media. Ik geef hieronder het verschil in schrijfwijze tussen beide aan.
Kerstmis of Kerst? Wanneer gebruik je een hoofdletter?
Echte feestdagen beginnen altijd met een hoofdletter, zowel volgens het Groene Boekje als het Witte Boekje:
- Kerstmis
- Nieuwjaar
Alleen volgens het Witte Boekje krijgen ook woorden die een deel van een feestdag aanduiden een hoofdletter:
- Eerste Kerstdag
- Tweede Kerstdag
- Kerstavond
- Kerstfeest
- Kerst
- Oud en Nieuw
- Oudjaar
- Nieuwjaarsdag
Om nog even terug te komen op de titel van dit artikel: in het geval van Kerst zijn beide schrijfwijzen - met of zonder hoofdletter - juist. Dit is afhankelijk van welke regels je hanteert. Wees echter wel consequent.
Afleidingen van feestdagen worden nooit geschreven met een hoofdletter (tenzij aan het begin van de zin natuurlijk):
- kerstvakantie
- kerstkaart
- kerstmarkt
- kerstdiner
- kerstboom
Tenslotte schrijven we eigennamen met een hoofdletter maar soortnamen niet, dus:
- De Kerstman vliegt door de lucht in een arrenslee.
- Op straat zag ik een kerstman lopen.
Namen van heilige personen - maar ook samenstellingen - krijgen een hoofdletter. Ook verwijzingen naar een heilige krijgen een hoofdletter. Namen van (groepen) gelovigen krijgen nooit een hoofdletter:
- God, Jezus
- Mariabeeld (samenstelling)
- Jezus en Zijn volgelingen
- gereformeerden, rooms-katholieken
Kerstavond of kerst avond, aaneengeschreven of los?
In het Nederlands kun je twee zelfstandige naamwoorden koppelen, bijvoorbeeld Kerst en avond. Kerstavond heet dan een gewone samenstelling. Deze wordt altijd aan elkaar geschreven. Als het gaat om meer dan twee woorden, schrijven we deze aan elkaar als het eerste deel naar het tweede deel verwijst. Verwijst het eerste deel naar het derde woord, dan komt er een spatie tussen het eerste en tweede woord. De onderstaande voorbeelden maken het je duidelijk:
- Kerstavond
- kerstboomstandaard (kerst hoort bij boom; het is een standaard voor een kerstboom)
- kleine kerststal (kleine verwijst naar stal; het is een kleine stal)
Wel of geen koppelteken?
Je mag binnen ieder (lang) woord een koppelteken (-) schrijven. Dat verbetert de leesbaarheid. Meestal zetten we een koppelteken tussen twee zelfstandig naamwoorden. Woorden die gemakkelijk fout te lezen zijn, krijgen altijd een koppelteken. Vaak gaat het om woorden waarvan het eerste deel eindigt op een klinker, het tweede deel begint met een klinker en beide klinkers samen één klank kunnen vormen:
- twee-en-twintig december (ook correct: tweeëntwintig december)
Woorden die een getal bevatten krijgen ook een koppelteken, tenzij je het deel dat volgt op het cijfer koppelt aan een ander woord:
- 500-jarige kerstman
- 14-daagse kerstvakantie
- 25 decemberviering (december is gekoppeld aan viering)
- 50 eurobiljet
Photo Credit: vonSchnauzer cc
In Nederland kennen we twee verzamelingen spellingsregels: het Witte Boekje en het Groene Boekje. Deze laatste bevat de officiële spelling volgens de Nederlandse Spellingwet.
Het is niet deze Groene Boekje, maar dit Groene Boekje. Dus: Dit laatste bevat de officiële spelling van de Nederlandse Spellingwet.
Dank voor je opmerking.
Het meervoud beiden wordt alleen voor personen gebruikt. In uw zin “Ik geef hieronder het verschil in schrijfwijze tussen beiden aan”, moet dus beide staan.
bedankt voor je oplettendheid!